Doe de stroop, bruine basterdsuiker, boter en de melk in een kookpan. Breng dit aan de kook en meng goed. Zodra de suiker is opgelost, is het klaar.
Voeg dan de gemberpoeder, fijn geraspte sinaasappelschil, bakpoeder, een snufje zout en bloem toe. Mix dit totdat je een soepel koekjesdeeg hebt.
Verdeel het deeg over de bakplaat, waar een bakpapier op ligt. Dit is om ervoor te zorgen dat je de koekjes zo snel mogelijk van de plaat kunt halen als ze klaar zijn. Maak van het deeg een groot vierkant die overal ongeveer even dik is.
Bak de grote koek tussen de 10 en 15 minuten in de voorverwarmde oven.
Zodra de koek bruin en gaar is, kun je de plaat uit de oven halen. Snijd dan direct de koeken in ruiten of andere vormen.
De Karamel
Doe de suiker en de eetlepels water in een schone kookpan. Zodra dit kookt, kun je het vuur iets lager zetten. Heel belangrijk om niet te roeren in de pan anders kan de karamel kristalliseren. Het makkelijkst vind ik zelf altijd de suiker opzetten, en de temperatuur goed in de gaten houden. Zodra het mengsel 160 graden is, is het klaar. Je kunt ook een lepel in de siroop dippen en daarna in ijskoud water houden om dit te testen. Als de siroop dan direct hard karamel wordt, is het goed.
Dip een deel van de koekjes in de siroop, en top af met wat nootjes.
Zorg dat de koekjes afgekoeld zijn voordat je ervan gaat genieten.